Verloofd!

Gooi me in de lucht maar vang me wel weer keurig op: Als een baby kraai ik van blijdschap! De vreugde van de Heer is mijn kracht: Ik ben verloofd met Jezus mijn Koning!

Bent u ook zo blij? Zijn wij, Zijn aanstaande bruid, ook zo blij?

Verloofd!

Stel, u hebt iemand ontmoet op wie u hevig verliefd bent geworden. Gelukkig zijn deze gevoelens wederkerig en u heeft zich inmiddels verloofd. Maar helaas, uw verloofde is momenteel in een ver land vanwege zijn baan.

In het begin hangt u voortdurend met elkaar aan de lijn, vol van verlangen om elkaar in ieder geval te kunnen spreken. Ja, u kunt niet wachten om elkaars stem te horen, logisch, want u bent verliefd! Maar dan worden de gesprekken geleidelijk minder in aantal. Uw verloofde legt uit het druk te hebben, het kort te moeten houden. Steeds vaker moet hij het afgesproken telefoontje zelfs afzeggen. Ook zijn toon verandert aan de lijn. Hij lijkt niet meer zó gretig om u te spreken. Op een dag gebeurt er iets dramatisch. U komt ter ore dat een collega van uw verloofde hem heeft gesproken en horen bekennen dat het hem niet zoveel uitmaakt wanneer hij u weer zal zien. Ook het huwelijk moet maar wachten, hij heeft het iedere dag zó druk met allerhande dingen. Bovendien begrijpt hij niet waarom u hem blijft schrijven, want hij heeft het druk, druk, druk.


Na dit vreselijke nieuws moet u zichzelf tenslotte de pijnlijkste vragen stellen. Uw verloofde is koel, staat niet meer open voor een gesprek over deze verkilling en het ergste van alles is dat hij het niet meer wil hebben over zijn terugkeer naar huis, naar u. Houdt uw verloofde wel werkelijk van u? Genoeg voor u om de sprong van het huwelijk met hem te wagen? Heeft u eigenlijk wel de relatie met hem die u dacht te hebben, kent u hem eigenlijk wel goed genoeg?

Evenzo staan de zaken tussen de Heer Jezus en Zijn verloofde er vandaag de dag veelal bekoeld voor. Wie verloofd is verlangt er voortdurend naar om Zijn stem te horen en te gehoorzamen. Verlangt ook naar steeds grotere intimiteit met Hem en kan niet wachten om met Hem verenigd te worden. De normale gang van zaken als je verloofd bent is immers dat je binnen afzienbare tijd wilt trouwen. Hoe komt het dan dat onze vereniging met Jezus, vervat in de Opname en het Bruiloftsmaal met het Lam, onder vele christenen vandaag de dag nauwelijks een onderwerp van gesprek, laat staan een hot item is?

 

Het Nieuwe Testament maakt in de grote meerderheid van de brieven ten minste één, maar vaker meerdere keren gewag van Jezus’ terugkomst voor de vereniging met ons, zowel als van Zijn fysieke terugkomst naar de aarde erna, om het duizendjarig rijk te stichten. Het verlangen naar de vereniging met Jezus in de Opname predikte men dus vanaf de vroegste kerktijd en werd als zodanig aangemoedigd! Daarmee vormt dit verlangen onderdeel van het evangelie, net zo goed als de rechtvaardiging door Zijn bloed, de wedergeboorte en onze heiliging dat zijn.

Luister maar naar het verlangen dat spreekt uit de woorden van de Geest in Op. 22:17: “En de Geest en de bruid zeggen: Kom! En wie het hoort, zegge: Kom! En wie dorst heeft, kome, en wie wil, neme het water des levens om niet.” En verderop, in het één na laatste vers 20 van dit laatste hoofdstuk van het laatste Bijbelboek, luidt het volmondig: ”Ja, Ik kom spoedig (zegt de Heer). Amen, kom, Here Jezus!”


Als we bovendien bedenken dat wíj de generatie christenen zijn, die meer dan welke generatie ook reden heeft om niet slechts naar Zijn terugkomst voor ons te verlangen maar die ook te verwachten, dan wordt de huidige bekoelde situatie in de kerk nog vreemder. De tekenen van de tijd wijzen immers op Zijn spoedige terugkeer, zoals o.a. opgetekend staat in 1 Thess. 5, voor wie ogen heeft om te zien.

 

Het verlangen naar – en leven in de verwachting van Jezus’ terugkomst staat niet apart van de dagelijkse gang van zaken van ons leven. Als liefde vóór iemand doet verlangen náár de vereniging met die persoon, dan is dit verlangen mede motor van iemands leven. Daarom heeft dit verlangen naar vereniging met onze Aanstaande, de Heer Jezus, altijd grote gevolgen voor de christelijke wandel. Want voor wie vanuit liefde voor Jezus in dat verlangen leeft komt alles in de praktijk van diens leven in het teken te staan van die blijde dag, dat hij voor altijd bij Jezus zal zijn. Zo iemand zal er dan alles aan doen om zich als Zijn bruid klaar te maken voor de vereniging met Jezus en zijn leven zo inrichten, dat alles wat hiervoor nodig is voorrang krijgt. Of, zoals het staat verwoord in Math. 6:33, voor die persoon zal het zoeken van Gods koninkrijk en Zijn gerechtigheid vooropstaan. De christen wordt ook beloofd dat alle dagelijkse behoeften die zijn fysieke voortbestaan moeten verzekeren, hem bovendien gegeven zal worden.

Wie Jezus echter niet als enige Meester dient, zal in de praktijk teveel bezig blijken te zijn met ‘wat hij zal eten, wat hij zal drinken en waar hij zich mee zal kleden’. De voortgang van het leven hier en nu blijkt centraal te zullen staan, iets waar Jezus ernstig voor waarschuwt. Dan dien je uiteindelijk niet Hem maar de mammon, oftewel je dient jezelf, de verzekering van je eigen aardse voortbestaan boven alles. (1) Voor zo een persoon geldt dat “Wie zijn leven zal trachten te behouden (het) zal het verliezen”. (2)


Samengevat helpt het verlangen naar de vereniging met de Heer ons om gefocust te blijven op de dingen aangaande Zijn Koninkrijk en de verdieping van de relatie met Hem gaande te houden. Zo bereiden we ons als bruid voor op de vereniging met Hem.(3)Ook houdt dit verlangen ons alert op de tekenen der tijden: Het helpt ons om wakker en sober te blijven in plaats van met de wereld mee te gaan, oftewel ‘dronken te worden met de wereld’. Dan zal Jezus’ komst voor ons, Zijn bruid, ons niet overvallen zoals een dief in de nacht(4).

Onze geestelijke staat als kerk is dus fundamenteel gemoeid met leven in verlangen naar- en in verwachting van Zijn terugkomst. Laten we daarbij niet vergeten dat we niet tegen vlees en bloed strijden. Het rijk der duisternis zal niets nalaten om ons te verblinden voor datgene wat in Gods Woord over ons verlangen naar de vereniging met Jezus geschreven staat.


Wat is er mis gegaan met dit verlangen onder vele christenen? Vanaf de kansel zul je vaak tevergeefs wachten op een preek over dit onderwerp. Vragen aangaande de Opname beperken zich tot theologische verhandelingen over de ‘wanneer’ vraag. Ook wordt de mening dat de Opname een dwaalleer is regelmatig door christenen verkondigd. In 2 Petr. 3:4 voorspelt Petrus al dat er in de eindtijd christenen zullen zijn die een spottende houding aan zullen nemen ten aanzien van het uitblijven van Christus’ terugkeer.


Aan de hand van de twee brieven aan de Thessalonicenzen gaan we in een serie artikelen met name de Opname, dat is de eerstvolgende ‘event’ op Gods kalender, en de fysieke terugkomst van Christus naar de aarde bestuderen. In onze opinie vallen deze twee gebeurtenissen niet samen.


Laten we onszelf durven onderzoeken om te kijken of ons verlangen naar de vereniging met onze Heer levend is, zoals Jezus Zelf verlangend is naar ons, Zijn bruid!


Voetnoten:

  1. Math. 6: 24-34
  2. Marcus 8:34-37
  3. Openb. 19:7
  4. 1 Thess. 5:4